Maling aan de zooi


Ik zag je buiten lopen, rond een uur of tien.
De kroeg die ging net open, ik had je zo lang niet gezien.
Waar heb jij gezeten, wat is er toch gebeurd.
Jouw jas ruig en versleten je haren vreemd gekleurd.


Je kijkt wat schuchter uit je ogen, je lijkt op zoek of zoiets.
Zo onveranderd, zo wild en mooi.
Nog steeds de vrijheid heilig en maling aan de zooi.


Je keek naar binnen, alsof je iemand zocht.
De dag moest nog beginnen, toen jij jou biertje kocht.
Van een afstand en heel even een knipoog naar elkaar.
Jij bestelde mij een pilsje met een achterloos gebaar.


Je kijkt wat schuchter uit je ogen, je lijkt op zoek of zoiets.
Zo onveranderd, zo wild en mooi.
Nog steeds de vrijheid heilig en maling aan de zooi.


Jou ziel en zaligheid verdoofd, door onverschilligheid beroofd.
Beroofd. Beroofd.


Je kijkt wat schuchter uit je ogen, je lijkt op zoek of zoiets.
Zo onveranderd, zo wild en mooi.
Nog steeds de vrijheid heilig en maling aan de zooi.


Zo onveranderd, zo wild en mooi.
Nog steeds de vrijheid heilig en maling aan de zooi.