Noodspraak:
 

Ergens in de verte, klinkt een kreet van ongeluk.
Duizend zilvertranen vloeiden en niemand maakt zich druk.
Kijkend naar de morgen, door het schemer van de nacht.
Overal huist nu ellende, wie had dat ooit verwacht.

Denken wij dan aan ons zelf, of staat gewoon ons licht op rood
Spreken zij wel echt uit wijsheid, of alleen maar in geval van nood.

Samen zijn wel sterk, maar aan wie geef ik een hand.
Kijkend naar de toekomst en waar iedereen beland.
Niemand is perfect, of voor het ongeluk geboren.
Waar je ook zult gaan of staan, ja ieder mag je horen.

Loopt het tot een einde, of is de dood alleen een spel.
Hier was het geluk een bedelaar en die belanden in een hel.

 

Nog niet genoeg geleden, onder oorlog haat en moord.
Weer een aantal misdaden, van hoger af verwoord.
Aangekeken met een grijns, of met een mes op je strot.
De mens wordt slecht behandeld, ja ze maken ons kapot.

Samen kunnen wij het aan, maar wie vertrouwd mijn hand.
We zijn gewoon bedrogen, door dit arrogante land.
Want denk er eens bij na, je eigen mening uiten want
Ook al wordt het afgescheept als asociaal gedrag.

Denken wij dan aan ons zelf, of staat gewoon ons licht op rood
Spreken zij wel echt uit wijsheid, of alleen maar in geval van nood.